De Roek

De roek (Corvus Frugilegus) behoort tot de familie van de kraaiachtigen (Corvidae). Hij lijkt qua kleur en grootte op de zwarte kraai (Corvus Corone). De roek heeft echter een losser verenpak en een wittige, kale snavelbasis. Wat betreft de leefwijze zijn er grote verschillen tussen de roek en de zwarte kraai. De zwarte kraai broedt bijvoorbeeld solitair.

 

Roeken broeden in kolonies die in een natuurlijke situatie kunnen variëren van 100 tot 2000 broedparen. Wanneer de roeken zich vestigen in de bebouwde omgeving levert dit vaak overlast op. Hierbij valt te denken aan overlast van uitwerpselen, geluidsoverlast en vallend nestmateriaal.

Om deze overlast tegen te gaan is het aanvragen van een ontheffing van de Flora- en Faunawet nodig. Volgens dezelfde wet is de roek namelijk beschermd en mogen ze dus niet zo maar worden verjaagd. Wanneer deze ontheffing wordt vergeven kan door deskundige mensen de roek worden verjaagd uit de bebouwde omgeving.

Door het volgen van de hieronder beschreven stappen en de inzet van deskundig personeel is er een goede basis voor het verjagen opgezet. Per stap zal er stil worden gestaan bij de uitvoering. Ook worden mogelijke aanvullingen voor het komende jaar beschreven.

Stap 1: inventariseren

Om het plan goed te laten functioneren zijn telgegevens van de roek nodig.

Oude telgegevens van voorgaande jaren moeten worden bewaard, deze geven een overzicht van mogelijke locaties en aantallen van eerdere jaren. Door dit stelstelmatig uit te voeren wanneer er wordt verstoord, kan er in elk jaar gerichter te werk worden gegaan.

Stap2: locatie waardering

Om een goed beeld te krijgen van de verschillende nestlocaties is het noodzakelijk deze te waarderen.

De locaties bekend uit voorgaande jaren zijn in kaart gebracht en beoordeeld op hoe deze zijn gelegen. Naar aanleiding hiervan, en de binnen gekomen klachten van omwonenden, is er een selectie gemaakt met locaties waar het directe beheer op uitgevoerd dient te worden. Door de uitvoering van het beheer zijn er verschuivingen geweest in de locaties, er zijn nieuwe locaties bijgekomen. Door het succesvol verstoren zijn oude locaties verstoten. In het jaar dat er wordt verstoord zullen alle locaties opnieuw gewaardeerd moeten worden.

Stap 3: locatie aanwijzing

Wanneer alle locaties zijn gewaardeerd, kan worden vastgesteld wat de meest effectieve manier is om de overlast te bestrijden. Waar nodig en waar mogelijk kunnen alternatieve locaties worden aangewezen.

Voorafgaand aan het verstoren worden mogelijke alternatieve locaties aangewezen. De aangewezen alternatieve locaties worden na verstoring als nieuwe locatie door de roeken aangenomen. De nieuwe locaties die als niet gewenst worden beschouwd, worden in de komende jaren meegenomen in de verstoring.

Het roekenbeheersplan is geschreven en draait om, zoals de naam al zegt, het beheren van de roek. In het beheersplan zijn alle handelingen voor het beheren en sturen van de roek beschreven voor een goede instandhouding van de soort en waar mogelijk verkleinen van de overlast. Om ervoor te zorgen dat de ondernomen acties een grote kans van slagen zouden hebben, zijn er een aantal hulpmiddelen, al dan niet effectief gebleken in andere gemeenten, ingezet bij het verstoren en het verjagen. Het gaat hier om:

  • De megafoon met opgeslagen alarmkreten van een roek
  • De plastic oehoe en slechtvalk
  • De laserpen

Neem contact op met de adviseur in uw regio